Duiven

Bij plaagdieren denken we niet meteen aan vogels. Toch kunnen bepaalde soorten als meeuwen, duiven, kauwen, kraaien en spreeuwen wel degelijk voor overlast zorgen. In veel steden vormen vooral verwilderde stadsduiven een steeds groter wordend probleem. Het zijn niet de wilde duiven die we in bos of stadspark tegenkomen. En met post- of sierduiven hebben ze ook niets te maken. Deze stadsduiven zijn oorspronkelijk tam, maar door verschillende oorza¬ken aan het zwerven geslagen. Ze worden ook wel ‘gevleugelde ratten’ genoemd. Een bijnaam die nau¬welijks als een compliment kan worden opgevat...

Verwilderde stadsduiven broeden voornamelijk binnen de bebouwde kom. Niet verwonderlijk, want ze vinden er alles wat ze nodig hebben. Waar veel mensen komen, blijft im¬mers altijd wel wat voedsel achter. Bovendien zijn er in de stad genoeg droge, hoge plekjes (balkons, vensterbanken) te vinden waar ze ongestoord kunnen nestelen.

Ziekten
Hun uitwerpselen tasten gebouwen, standbeelden en verfla¬gen aan en zorgen voor een smerige aanblik. Vooral deze vervuiling is veel mensen een doorn in het oog. Een gemid¬delde duif produceert maar liefst 14 kilogram ontlasting per jaar. Daarnaast kan het geschreeuw dan wel gekoer van de dieren hinderlijk zijn en veroorzaken ze soms stankoverlast. Bovendien verspreiden duiven en andere vogels allerlei ziek¬ten en kunnen ze parasieten als mijten en teken bij zich dra¬gen. Ook in hun nesten komt allerlei ongedierte voor, waar¬onder motten, vliegen, tapijtkevers, stofluizen, etc. De weinig flatteuze bijnaam heeft dus wel degelijk een achtergrond.

Plaatselijk
Duivenoverlast is in een aantal gevallen op te lossen door preventieve maatregelen, zoals wering. Dit lost de overlast echter alleen heel plaatselijk op. Een verzoek om de dieren vooral niet te voeren of zelfs een voerverbod, is moeilijk te controleren. Het plaatsen van duiventillen, zonder verdere aanvullende maatregelen, heeft evenmin tot aantoonbare resultaten geleid.

Vangkooien
Soms is de situatie zo ernstig, dat de populatie uitgedund moet worden om de overlast onder controle te krijgen. Het wijfje legt namelijk tot 8 keer per jaar 2 eieren. Ruim twee weken daarna komen de eieren uit en na 4 weken vliegen de jonge duiven uit. Na 5 weken (!) zijn deze ook weer ge-slachtsrijp. Gezien de (maximale) leeftijd van 20 jaar en een gebrek aan natuurlijke vijanden (katten, vossen, roofvogels) en het voederen door de mens, zal het aantal duiven zonder doeltreffende maatregelen schrikbarend toenemen. Soms moet daarom een wilde populatie duiven weggevangen wor¬den met behulp van vangkooien die door professionele plaagdierbestrijders op de daken van huizen of flats worden geplaatst. Vangkooien zijn voorzien van voedsel en vers drinkwater, en worden elke dag gecontroleerd. De aangetrof¬fen verwilderde stadsduiven worden afgevoerd. De Flora en Fauna Wet bepaalt op welke wijze de duiven gevangen of gedood mogen worden. Een andere optie bestaat uit het vervangen van eieren door kunsteieren, waarmee de (gezins) uitbreiding enigszins wordt beteugeld.

Weren
Wegvangen van grote populaties is een manier om overlast snel en kostenbewust op te heffen. Als dit niet gewenst of niet mogelijk is, kan het plaatsen van wering een goede optie zijn. Er zijn verschillende oplossingen, waaronder pennen, draden, netten en schrikdraden. Door deze pro¬ducten op bekende landingsplaatsen aan te brengen, wordt neerstrijken onmogelijk gemaakt. Bij het voorkomen van duivenoverlast komt het daarnaast aan op een goede hygiëne. De oorzaak ligt immers in veel gevallen in de aanwezigheid van voedsel. Die oorzaak moet worden weggenomen. Anders is de kans groot, dat lege ruimte weer opgevuld gaat worden met andere vogels.

Goede hygiëne
U kunt de overlast of schade van duiven beperken en zelfs
voorkomen door een aantal maatregelen te nemen:
·    Geef de duiven geen voer
·    Laat geen afval achter op straat
·    Gooi etensresten in de afvalbak
·    Gooi oud brood in de broodcontainer/biobak
Biedt huisvuil alleen aan in een dichtgebonden zak of gesloten container.