Joan Schouten over verkenning biocidenbeleid

    23-12-2020
    Het Bureau KLB brengt in opdracht van het Ministerie IenW knelpunten rondom het biocidenbeleid en eventuele oplossingsrichtingen in kaart. Daartoe vinden ook interviews plaats met marktpartijen. Naar verwachting zal in het voorjaar van 2021 het definitieve rapport van Bureau KLB worden gepubliceerd. Op 10 november jl. vond een interview met de NVPB plaats. Wij hebben Joan Schouten, voorzitter van de Technische Commissie, gevraagd naar zijn bevindingen over het interview.

    Joan-Schouten-(1).jpg

    Wat vind je van het initiatief van het Ministerie om een marktverkenning te doen?
    Van onze overheid mag je verwachten dat ze haar beleid regelmatig toetst. Zo zie ik ook deze verkenning voor beleidsontwikkeling biociden. Let wel, we spreken hier van een verkenning. Het is fijn te bemerken dat in deze verkenning veel van de betrokken partijen worden geïnterviewd, waaronder onze branchevereniging, de NVPB. Ik ben heel benieuwd naar het vervolg en of dit traject concrete verbeteringen oplevert. Dit initiatief juich ik in ieder geval toe.

    Welke onderwerpen zijn aan de orde gekomen, die voor de leden van de NVPB van belang zijn?
    Bij zo’n gesprek probeer je een beeld te schetsen wat het biocidenbeleid voor onze leden in de praktijk betekent. In dit gesprek hebben we gesproken over geïntegreerde plaagdierbeheersing (IPM), het buiten- en binnengebruik van rodenticiden, de Wet natuurbescherming, de agrarische sector en het (illegaal) aanbod van biociden op internet. Ook hebben we de kansen en invloed van digitalisering besproken.

    Welke knelpunten zie je in de praktijk voor de plaagdierbeheersers terugkomen?
    De laatste vijf jaar is er veel veranderd in onze dienstverlening. Onder invloed van IPM zie ik een snel professionaliserende plaagdierbestrijding sector. Daarnaast is er een toenemende druk op het middelenpakket. Dat vraagt om een visie, flexibiliteit en een aanpassingsvermogen van plaagdierbeheersers.

    We hebben echter ook te maken met de dagelijkse praktijk die zich kenmerkt door een toenemende overlast van plaagdieren en een hoog verwachtingspatroon van de klanten. Dat stelt hoge eisen aan onze leden. Onze uitdaging wordt om, met een behouden gebruik van biociden, de komende jaren een effectieve plaagdierbestrijding binnen gebouwen te realiseren.

    Ik merk dat veel van de NVPB-leden heel bewust omgaan met biociden en de bestrijdingen baseren op de inzet van vallen en klemmen. Echter, voor een succesvolle plaagdierbestrijding binnen gebouwen is de volledige medewerking van de opdrachtgever essentieel. Wat is zijn visie op plaagdiermanagement? Hoe worden de gestelde doelen in de organisatie van de klant gefaciliteerd? Is er budget voor preventie en curatieve maatregelen op het gebied van wering en hygiëne? Het resultaat van IPM binnen gebouwen is geheel afhankelijk van de samenwerking tussen het plaagdiermanagementbedrijf en de klant. Het kan en mag niet uitsluitend op het bordje van het plaagdierbeheerser liggen.

    Het voorgaande betekent dat IPM niet alleen moet worden afgedwongen bij plaagdierbeheersers, maar ook bij andere doelgroepen. We zien bijvoorbeeld dat de implementatie van deze aanpak in de agrarische sector achterloopt. De agrarische ondernemers moeten nu aanhaken en het is van belang dat de overheid en de markt dit ook afdwingt. Als professionele sector kunnen wij de agrarische sector daarin ook ondersteunen. Ook zijn er belemmeringen voor de toepassing van niet-chemische middelen waar professionals veel hinder van ondervinden. Daarom hebben wij ook aandacht gevraagd voor een duidelijker positie van de professionele plaagdierbeheerser in de het stelsel van de Wet natuurbescherming.

    Wat is jouw verwachting van dit proces en wat is jouw beeld van de rol van de NVPB?
    Zoals gezegd vind ik dat we als NVPB tevreden kunnen zijn als de overheid haar biocidenbeleid toetst bij de betrokken partijen. De NVPB zal hierbij, namens de leden, haar standpunten duidelijk maken met als doel om mede zorg te dragen voor een goed functionerend beleid in de toekomst. Het is echter afwachten wat de vervolgstappen zijn na deze verkenning.

    Onze functie als NVPB is onder andere om de overheid ervan te overtuigen dat IPM een breder doel dient dan alleen het reduceren van biocidengebruik. We zullen, namens de leden, blijven benadrukken dat in dit proces alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid moeten nemen.